Jongeren vanuit Noordoost-Groningen tot in de Achterhoek kunnen sinds kort terecht bij het platform KalmAn voor hun portie lokale nieuws. De gezamenlijke regionale omroepen (RPO) zijn een initiatief gestart waarbij ze jongere doelgroepen willen bereiken met hun nieuws. Jongeren zijn alleen al lastig te bereiken via nationale media, hoe bereik je ze dan op lokaal niveau?
Yael de Haan, lector Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie aan de Hogeschool Utrecht en bijzonder hoogleraar Lokale Publieke Omroep aan de Rijksuniversiteit van Groningen, geeft aan dat jongeren eigenlijk helemaal niet kijken naar welk type media hen informeert: “Of het nou gevestigde media, lokale media of landelijke media zijn. Jongeren kijken naar wat relevant is voor hun eigen leven. Ze kijken puur naar de informatie en vragen zich af: helpt mij dit verder?“
Verbondenheid
Volgens De Haan zijn er alleen wel twee problemen als het gaat om jongeren bereiken door middel van de lokale media. “Een van de problemen is de vorm waarin het nieuws gebracht wordt, dus bijvoorbeeld de papieren huis-aan-huisbladen”, zegt ze. Het is al enige tijd bekend dat deze vorm van journalistiek niet meer aantrekkelijk is voor deze doelgroep.
Het tweede probleem is volgens de lector ingewikkelder, dat gaat over de manier waarop jongeren zich verbonden voelen: “Aan de ene kant is dat natuurlijk geografisch, want je woont ergens en je gaat ergens naar school, maar aan de andere kant voelen jongeren zich ook op een andere manier verbonden. Het gaat dan meer over het community- of gemeenschapsgevoel, bijvoorbeeld door middel van bepaalde interesses.”
Lokale media zouden hier op kunnen inspelen, maar dat gaat niet zomaar. Volgens De Haan moet je dan wel weten wat die verbondenheid is, naast de bekende geografische verbondenheid. Ze geeft KalmAn als voorbeeld: “Er is een geografische verbondenheid en de redactie gaat uit van een groep jongeren die zich verbonden voelt voorbij de geografisch grenzen.” Het gaat hier dus verder dan de geografische verbondenheid, omdat deze jongeren zich ook verbonden voelen met bijvoorbeeld het leven op het platteland.
Mensen, en dus ook jongeren, hebben behoefte aan deze verbondenheid. Volgens de lector lijkt het er zelfs op dat er meer behoefte aan is. “Juist in een individualistische samenleving. Juist als je hoort over polarisatie. Mensen willen ergens bij horen. Mensen willen zich verbonden voelen”, vertelt ze erover.
Samenwerken met jongeren
Een voorbeeld van een lokaal medium waar het betrekken van jongeren volgens haar goed gaat is Omroep Tilburg. Zij werken namelijk met T-reporters, dat zijn jongeren van zo’n vijftien jaar oud die de wijken in gaan waar journalisten moeilijk verhalen uit kunnen halen. “Dat werkt heel goed. Aan de ene kant worden ze geholpen en gecoacht, maar tegelijkertijd worden ze ook vrijgelaten om terug te komen met verhalen uit hun eigen gemeenschap en leven.” Volgens De Haan is de participatie van jongeren bij een medium belangrijk: “Natuurlijk moet je ze niet al het werk laten doen. Journalistiek is een vak. Maar als je alleen maar jongeren uitnodigt op een redactie en zegt ‘dit is hoe het werkt’, krijg je een herhaling van zetten en bereik je de jongeren niet.”
Kortom, volgens De Haan zijn er twee belangrijke manieren om jongeren te bereiken via de lokale media, namelijk: “Krijg meer inzicht in het type jongeren in de omgeving en zoek de samenwerking op met scholen, jongereninstanties of -instituties. En die samenwerking zou dus niet van één kant moeten komen. Het gaat om leren van beide kanten.”