Bij binnenkomst in een jamfabriek verwacht je misschien de zoete geur van aardbei of abrikoos, maar op deze plek is dat net even anders. In de SJEMfabriek in Wageningen zweeft een lichte benzinegeur rond. Ze zijn hier met heel wat anders bezig dan het maken van jam, namelijk: het restaureren van klassieke auto’s. SJEM staat voor Stichting Jongeren En Mechaniek; het is een onderneming waar jongeren terechtkunnen die niet in het huidige onderwijssysteem passen.
Jongeren komen op allerlei verschillende manieren binnen. “Dat kan van alles zijn, dat kan hoogbegaafdheid zijn, dat kan autisme zijn, dat kan een gedragsprobleem zijn, dat kan cognitief zijn, dat maakt niet zoveel uit eigenlijk, welke reden het is”, vertelt Robbert-Jan Herder, de oprichter van de stichting. Samen restaureren en moderniseren ze voertuigen, zodat deze aan de geldende milieueisen voldoen. Ook passen de leermeesters van de SJEMfabriek hun manier van lesgeven aan op iedere jongere. Hierdoor is het voor iedereen een fijne plek om te leren en te werken.
Voor de deur van de SJEMfabriek staat een Chevrolet Camaro met de motorkap omhoog. De naam van de auto is met schilderstape op het raam geplakt. “De ramen van de auto waren er eerst uitgehaald, Camaro is er toen opgeplakt zodat we weten dat dit raam bij deze auto hoort”, vertelt David van Mierlo, een van de leerlingen van de SJEMfabriek.
Binnen in de garage van de SJEMfabriek staat de radio aan. I Will Always Love You van Whitney Houston klinkt door de speakers. Verder hoor je vrijwel niets. De leerlingen zitten namelijk in een bouwkeet, met hun telefoon en wat te drinken. Ze hebben elke dag rond 10.30 uur even een kwartiertje pauze. Het felle buitenlicht valt door een paar dakramen naar binnen; perfect voor goed zicht tijdens het werken.
Zodra het kwartier voorbij is, gaan de leerlingen aan de slag. Eén enkele leerling blijft zitten. Ze zit wat onderuitgezakt in haar stoel en haar ogen hangen een beetje. Ze blijkt ziekjes en wacht tot iemand haar komt ophalen. De rest van de leerlingen gaat verder met hun project. In de ochtend kunnen ze op een whiteboard aan de muur bekijken wat er moet gebeuren die dag. “Iedereen heeft zijn eigen auto, waar hij vooral aan werkt”, vertelt David. Om bij zijn project te komen buigt hij zijn hoofd onder een autolift door. “Pas op voor je hoofd”, zegt hij gauw.
Ondertussen is Mariah Carey te horen in de garage. Hier en daar hoor je nu ook een deur of klep van een auto opengaan, een vallend boutje of het gerammel van gereedschap. Herder vertelt: “Ik probeer de leerlingen te motiveren met het restaureren van klassieke auto’s. Ondertussen krijgen ze hier Nederlands, rekenen, burgerschap en voertuigentechniek, zodat ze hierna verder kunnen op een mbo.“
Dat motiveren is gelukt. David vertelt dat hij niet direct enthousiast was: “SJEMfabriek? Ik wil helemaal niet in een jamfabriek werken”, zei hij toen hij voor het eerst over de SJEMfabriek hoorde. Zodra hij erachter kwam dat het in de SJEMfabriek om auto’s gaat, was hij meteen enthousiast. Nu komt hij meestal twintig minuten te vroeg op zijn werk. Ook vertelt hij vol passie over de auto waar hij momenteel aan werkt, de Toyota Celica. Hij pakt het boek van de auto erbij: ”Het is een soort instructieboekje, net alsof je lego aan het bouwen bent, alleen dan wat moeilijker”. Er verschijnt een lach op zijn gezicht.
Voordat Herder begon met de SJEMfabriek werkte hij als directeur van een mbo, vmbo of praktijkschool. Hij vertelt: ”Over het algemeen waren het jongens die bij mij overdag aan tafel zaten. Zij waren er dan uitgegooid door een docent. Dan zei ik tegen ze: weet je, we kunnen een straf afspreken, maar je kan ook om half vier bij mij in de garage aanwezig zijn.” De meeste leerlingen kozen dan eieren voor hun geld en kwamen naar de garage toe. Herder had zelf klassieke auto’s. De leerlingen hielpen dan mee met restaureren. ‘‘Toen dacht ik: als ik later groot ben, ga ik dit doen“, vertelt hij lachend.
Rond 12.00 uur komen er twee dames binnen in de garage. Ze hebben soep en luxebroodjes bij zich. ”Kijk daar is het alweer!”, roept Herder. Het ministerie van Onderwijs komt vandaag langs, dus er is een uitgebreide lunch verzorgd. De SJEMfabriek doet mee met een experiment van het ministerie, dat te maken heeft met een verandering van de leerplichtwet.
Vlak voordat de leerlingen gaan lunchen, zijn ze nog steeds hard aan het werk. Een leerling is bezig met een check-up van een van de auto’s. Hij tuurt gefocust naar het scherm van zijn laptop. David steekt zijn duim naar hem op. Buiten is leerling Joris Karreman hard bezig met een van de grootste projecten van het moment: het restaureren van een auto, waarvan eerst alleen de wielen en het stuur stonden. “Mijn las-uren zijn verdubbeld!”, vertelt hij.
Lunchtijd is in zicht. Een aantal leerlingen is al richting de lunch vertrokken. Het geluid van het restaureren vermindert. De radio staat nog steeds aan, nu met Got You On My Mind van Eric Clapton, wachtend op de leerlingen die weer terugkeren naar de auto’s.
Wat is de SJEMfabriek?
De SJEMfabriek (Stichting Jongeren En Mechaniek) is een onderneming die voertuigen restaureert en moderniseert, zodat deze voldoen aan de voor dat voertuig geldende, milieueis(en) of beter dan dat. Dit doen ze samen met jongens en meisjes die uitvallen in het onderwijs.
De SJEMfabriek onderscheidt zich van reguliere scholen, door maatwerk te leveren afgestemd op iedere individuele jongere. Maatwerk op gebied van zorg en op door de markt gevraagde vakkennis. Hierdoor maken de jongeren meer kans op (begeleid) werk en leren ze zich in de maatschappij te redden. De kleinschaligheid van de SJEMfabriek maakt dat jongeren die aandacht en begeleiding (in zorg, kennis en competenties) kunnen krijgen om dit doel te bereiken.
Jongeren kunnen, na toestemming van school, leerplichtambtenaar en de ouders, vanaf 14 jaar beginnen bij de SJEMfabriek.
Het uitgangspunt van de SJEMfabriek is het uitstroomniveau middelbaar onderwijs (niveau 1, 2, 3 en 4) en hoger.
De mensen die bij de SJEMfabriek werken, zijn betrokken en gedreven om deze doelgroep verder te helpen in het leven. Zij zijn zelf ook een vakspecialist en daarom zijn ze ook medebestuurder van de onderliggende stichting. De hoofdstichting wordt bestuurd door de oprichter ervan.