“Een kritische benadering van iedereen die zich bezighoudt met de ontwikkeling van nieuwe AI-modellen moet dus gelijk opgaan met een zo breed mogelijke inzet van wat diezelfde modellen de journalistiek nu al kunnen brengen.”
Journalisten hebben een geweldig vak. Ze kunnen hun persoonlijke hartstocht combineren met maatschappelijke impact en daar nog een behoorlijke boterham mee verdienen ook. Die bevoorrechte positie komt echter ook met verantwoordelijkheden, een situatie die extra voelbaar wordt door twee cruciale ontwikkelingen in onze samenleving:
- De maatschappij heeft meer dan ooit grote behoefte aan mensen die in staat zijn orde aan te brengen in de gigantische chaos waarin we ons bevinden – journalisten dus. En:
- De vloedgolf aan innovatieve AI-technologie die over ons heen komt, geeft nieuwe kansen om de journalistiek nog mooier en aantrekkelijker te maken, zowel voor de uitvoerders als voor de samenleving.
We zien zowel adoratief enthousiasme als blinde angst voor large language models als ChatGPT. Maar tussen utopie en dystopie ligt een wereld van realisme: het journalistieke werkterrein. Met zo’n nuchtere benadering komen twee doelen binnen bereik: de maatschappij krijgt de best mogelijke doorwrochte analyses van het fenomeen generatieve AI, én het journalistieke ambacht wordt er beter van.
Een kritische benadering van iedereen die zich bezighoudt met de ontwikkeling van nieuwe AI-modellen moet dus gelijk opgaan met een zo breed mogelijke inzet van wat diezelfde modellen de journalistiek nu al kunnen brengen.
Het mooie daarbij is dat is: onze essentiële onderzoekstaak wordt niet alleen krachtiger, maar ook makkelijker en leuker als journalisten de technische tools omarmen die daarvoor nu ruimschoots beschikbaar zijn.
Bij Innovation Origins laten we inmiddels zien dat ook voor kleinere organisaties mogelijk is. We hebben daarvoor een journalistieke schil gebouwd rond de large language models die inmiddels op de markt zijn. Met functies die een antwoord bieden op wat we als journalisten zo essentieel vinden (en bij ChatGPT soms nogal gemist wordt): waarheidsvinding, verificatie, objectiviteit, transparantie en specifiek vakgericht gebruiksgemak. Dankzij deze schil, aangevuld met tools van derden, is de redactie in staat het werk effectiever en beter te maken. Denk daarbij aan functies als:
– ideevorming (nieuwe perspectieven, tegenargumenten)
– interviewvoorbereiding (relevante, niet voor de hand liggende vragen)
– datagaring (documenten, cijfers, overzichten, alles taal-onafhankelijk)
– analyses van die data en koppeling aan relevante aanvullende informatie
– datavisualisaties
– trendanalyses
– transcriptie van interviews en de ordening daarvan
– factchecking
– schrijfhulp (koppen, uitlegpagina’s, infoboxen, tweets, andere social posts, vindbaarheid)
– scripts en bewegend beeld maken voor video’s
– audiofiles genereren op basis van dat script.
– illustraties bij verhalen
Essentieel bij dit alles is om zelf aan het stuur te blijven en te voorkomen dat de journalistiek in een afwachtende, ontkennende of boze stand blijft staan. Want misschien wel het grootste risico is dat redacties de ruimte krijgen om te blijven roepen dat ons vak beschermd moet worden tegen de gevaren van AI door er zo ver mogelijk van weg te blijven.
Niemand is tegen het uitbannen van risico’s, maar voor je het weet beland je in een discussie die alleen maar voor verlamming zorgt. En die andere partijen de kans biedt nog dieper door te dringen op het werkterrein dat bij uitstek aan de journalistiek zou moeten zijn. De kunst zal zijn de eigen normen hoog te houden én onszelf te blijven vernieuwen.